Klein Nieuw Bureveld is groot succes

Martine Wismeljer is boerin op Nieuw Bureveld, een multifunctionele boerderij gelegen tussen De Bilt en De Uithof. Vleeskoeien vormen de kern van het bedrijf, maar daarnaast is het een zorgboerderij, is er een educatief programma voor basisschoolleerlingen, een tuinderij en niet te vergeten de Landwinkel.

DE BILT – Martine verkoopt er behalve het eigen gefokte rundvlees een grote variatie aan streekproducten, zoals zuivel, sappen. jam, worst, kaas, eieren en eigen groenten. Bij de keuze van het assortiment is de lokale herkomst het hoofduitgangspunt en als het ook nog duurzaam en/of biologisch geproduceerd is, is dat mooi meegenomen. Ooit was Martine fysiotherapeut, maar toen zij met haar echtgenoot besloot om het ouderlijke melkveebedrijf over te nemen, veranderde dat: ze stopte met haar reguliere baan en richtte al haar energie op het bedrijf. Centraal stond de vraag hoe zij de door stedelijke ontwikkelingen ingesloten boerderij rendabel konden maken en houden. Het antwoord werd gevonden door juist in te spelen op de stad: door vlees direct van de boerderij aan de consument te verkopen. Het duurzaam geproduceerde rundvlees vond aftrek en samen met vele andere regionale producten onderscheidde de winkel zich van de reguliere supermarkten.

Het aandeel mensen dat bewust kiest voor kwaliteit is groeiende, merkt Martine. “Mensen kiezen bijvoorbeeld om minder dagen per week vlees to eten, maar dan wel vlees te kiezen dat diervriendelijk en gezond geproduceerd is, zoals het vlees van Nieuw Bureveld.” Duurzaam voedsel is voor haar lokaal en uit het seizoen. Voor vlees geldt bovendien: het hele beest eten, dus niet alleen maar biefstuk, moor ook het zogenaamde ‘vergeten vlees’. Martine: “Dat is nog wel eens lastig, bijvoorbeeld omdat klanten rond kerst vooral de dure stukken van de koe willen, waardoor andere delen overblijven. Maar over het algemeen lukt het goed om alle onderdelen te vermarkten. En ik word blij als mensen genieten ven ons rundvlees.”

Martine’s fris ogende en toch kleinschalige winkel wordt goed bezocht. Duurzaam lokaal voedsel is hip en valt in de smaak. Voor een grotere omslag van conventioneel voedsel naar duurzaam lokaal voedsel lijkt het haar belangrijk dat de duurzame producenten beter kunnen concurreren met de conventionele telers. Nu is bij duurzame teelt bijvoorbeeld de opbrengst per hectare wat minder, maar zijn de kosten, zoals waterschapslasten, even hoog terwijl er toch minder vervuild wordt. De overheid zou moeten regelen dat duurzame producenten op dit vlak eerlijker behandeld worden. Ligt hier misschien een taak voor de gemeente De Bilt?